Nederlandse filmwereld in diepe rouw: Eén van de grootste namen overleden!

WhatsApp Image 2025 12 08 at 15.25.41

Frans Weisz, één van de grootste namen uit de Nederlandse filmwereld, is op 87-jarige leeftijd overleden. De maker, die meer dan vijftig jaar actief was in de cinema en verschillende Gouden Kalveren ontving, stierf zondag. Zijn familie maakte het nieuws bekend via de Martin Parr Foundation.

Weisz laat een enorm oeuvre achter: speelfilms, documentaires, televisieseries en zelfs honderden reclamespots.

Zijn werk was altijd persoonlijk, vaak emotioneel, en diep verbonden met zijn eigen geschiedenis.

Zelf zei hij ooit: „Niet filmen is voor mij niet leven.” Die uitspraak vatte zijn levenslange drang om verhalen te vertellen perfect samen.

Opgroeien in de schaduw van de oorlog

Frans werd in 1938 geboren in Amsterdam. Zijn jeugd werd sterk beïnvloed door de Tweede Wereldoorlog.

Zijn vader, acteur Géza L. Weisz, werd tijdens diens onderduik verraden en in Auschwitz vermoord.

Zijn moeder, Sara, overleefde het kamp, maar had daarna zware psychische problemen.

Daardoor groeide Frans op in pleeggezinnen en in het Joods Jongenshuis. Deze ervaringen zouden later terugkomen in veel van zijn films.

Eerste student van de Filmacademie

In 1958 meldde Weisz zich voor de nieuwe Nederlandse Filmacademie—en bleek hij de allereerste student ooit.

In zijn dagboek noteerde hij: „God, ik ben gelukkig. Laat het zo!” Na een opleiding in Rome won zijn eerste korte film Een zondag op het eiland van de Grande Jatte (1964) meteen een Zilveren Beer op het filmfestival van Berlijn.

Zijn speelfilmdebuut Het gangstermeisje (1966) was zwaar beïnvloed door de Franse nouvelle vague.

Het publiek vond het destijds lastig, maar Weisz vestigde wel zijn naam als maker die vernieuwend durfde te zijn.

Over de teleurstellende resultaten zei hij later: „Je maakt in Nederland meer kans op het winnen van de lotto dan op het afleveren van een succesvolle, artistiek verantwoorde speelfilm.”

i

Van publieksfilms tot grote dramaseries

Hoewel Weisz arthouse adoreerde, maakte hij ook publieksfavorieten zoals De inbreker (1972), Naakt over de schutting (1973) en Rooie Sien (1975).

Toch trok hij steeds terug naar persoonlijke verhalen, zoals in Charlotte (1981), zijn veelgeprezen film over kunstenares Charlotte Salomon.

Weisz maakte ook indruk op televisie. De serie Bij nader inzien (1991) – met onder anderen Pierre Bokma en Anneke Blok – werd een klassieker en leverde hem een Gouden Kalf op voor Beste Regie.

“Ik film omdat ik 1 meter 58 ben”

Weisz stond bekend om sterke acteursregie. Vele acteurs wonnen belangrijke prijzen tijdens samenwerking met hem.

Dat had mogelijk te maken met een droom die hij zelf nooit kon waarmaken: hij wilde ooit acteur worden.

Hij grapte daarover: „Ik film omdat ik 1 meter 58 ben.” Volgens de toneelschool had hij „te weinig talent en te weinig lengte”. Met regie bewees hij het tegendeel.

Laatste jaren

Zijn laatste film, Het leven is vurrukkulluk (2018), draaide hij samen met zijn zoon Géza Weisz in één van de hoofdrollen. Kort daarna werd bij Weisz Alzheimer vastgesteld.

In 2023 verschenen zijn dagboeken. Daaruit bleek hoe hij tot het einde bleef worstelen met tijdsdruk, budgetten en zijn afnemende gezondheid, maar altijd gedreven bleef door liefde voor film.

Tijdens de presentatie van zijn memoires in Eye Filmmuseum kreeg hij – zwak maar helder – een lange ovatie.

Een waardig afscheid voor een man die decennialang het gezicht van de Nederlandse filmwereld was.

Scroll naar boven