Asmara Thielen, de vrouw die aangifte deed tegen Marco Borsato, reageert zwaar aangeslagen op de beslissing van de rechtbank. Dat vertelt misdaadjournalist John van den Heuvel, die haar al die tijd begeleidt, vlak na de uitspraak.
Vrijspraak na jarenlange procedure
Na een vier jaar durend onderzoek en een intensieve rechtszaak sprak de rechtbank in Utrecht Marco Borsato donderdag vrij van het plegen van ontucht met Asmara, die destijds minderjarig was.
Volgens de rechters is er onvoldoende bewijs om tot een veroordeling te komen.
Van den Heuvel vertelt in RTL Boulevard dat hij direct na de uitspraak contact had met Asmara:
“In deze zaak zijn geen winnaars en verliezers. Zij was natuurlijk teleurgesteld. Ze had een ander oordeel verwacht van de rechter.”
Hij benadrukt dat Asmara ondanks de teleurstelling nog steeds strijdlustig klinkt: “Ik denk dat zij wel hoopt dat het Openbaar Ministerie in hoger beroep gaat.”
“Ik geloof wat zij verklaart”
De rechtbank gaf aan dat er te weinig concreet steunbewijs is gevonden dat de verklaringen van Asmara kan ondersteunen. Daarom kan er geen veroordeling volgen.
Van den Heuvel: “De rechter was heel erg duidelijk in zijn oordeel: er is onvoldoende bewijs en onvoldoende steunbewijs om hem te veroordelen.”
Hoewel hij zich niet uitsprak over wat de rechter zou moeten beslissen, zegt hij één ding altijd te hebben volgehouden: “Ik heb wel altijd gezegd: ik geloof wat zij verklaart.”
Botsing tussen Borsato en Van den Heuvel
Tijdens de zitting eerder dit jaar richtte Borsato zijn pijlen op Van den Heuvel.
De zanger vond dat de journalist jarenlang de publieke opinie zou hebben beïnvloed en zelfs druk zou hebben uitgeoefend op rechtspsycholoog Peter van Koppen om een rapport aan te passen.
Van den Heuvel reageert nu op die aantijgingen: “Marco Borsato heeft dat gezien als een sabotage van zijn verdediging en daarom was hij boos.” ‘
‘Ik snap zijn emotie op dat vlak, maar dat was feitelijk onjuist.”
Hoe nu verder?
De vraag blijft of hij en Borsato elkaar nog kunnen tegenkomen. Van den Heuvel ziet daar geen probleem in: “Ik zal hem vriendelijk groeten, zeker.”
Tegelijkertijd begrijpt hij dat Borsato hem waarschijnlijk niet meer met open armen zal ontvangen.
“Hij zal niet blij met mij zijn en ook niet met collega’s van mij die op een voor hem negatieve manier verslag hebben gedaan. Dat is inherent aan wat er is gebeurd.”